In Geven in Nederland 2017 zijn op verzoek en in overleg met het Centraal Bureau Fondsenwerving vragen gesteld aan een representatieve groep Nederlanders over de wijze waarop het toezicht op goededoelenorganisaties ingevuld zou moeten worden. In de discussies over de invulling van het validatiestelsel zijn vooral de grotere fondsenwervende goededoelenorganisaties en de brancheorganisaties betrokken. Met de gegevens uit het opinieonderzoek ontstaat een beeld van de opvattingen van het Nederlands publiek. De overheid kan inzichten over deze opvattingen in overleg met de sector filantropie gebruiken bij de nadere invulling van het validatiestelsel.
In het onderzoek onder huishoudens zijn 2003 respondenten ondervraagd via TNS/NIPO. Zij kregen vijf maal twee onderwerpen te zien, waarbij telkens de vraag was welke van de twee onderwerpen zij het belangrijkste vonden. Het toeval bepaalde welke onderwerpen zij in welke volgorde en in welke combinaties beoordeelden. Hierdoor kan bepaald worden welke onderwerpen Nederlanders het belangrijkste vinden.
De top 3 wordt gevormd door financiële zaken. Op een gedeelde eerste plaats staan de hoeveelheid geld die goededoelenorganisaties besteden aan kosten voor de eigen organisatie en de hoogte van salarissen voor de directie; op de derde plaats staat het besteden van geld aan de doelen waarvoor giften zijn gedaan. Deze drie onderwerpen vinden Nederlanders met afstand het belangrijkste.