De herziening van de Wet op de Kansspelen voor de legalisering van online kansspelen is voorzien per 2017/18. Dat is nodig, want illegale gokpraktijken, veel vanuit buitenlandse aanbieders, nemen een hoge vlucht. Met een stelsel van vergunningverlening en toezicht moet de illegaliteit, maar ook matchfixing en gevaren van verslaving worden beteugeld.
Over dit onderwerp wordt al zeker 16 jaar nagedacht. Maar nu lijkt er op korte termijn via een beleidsregel van het ministerie van Veiligheid en Justitie, dus zonder dat de Tweede Kamer eraan te pas komt, een revolutionaire wijziging op de loterijmarkt doorgevoerd te worden. Dit heeft als gevolg dat Nederland als eerste en enige land in Europa de loterijmarkt liberaliseert en daarbij ook commerciële bedrijven een loterijvergunning zal geven. De Nederlandse Goede Doelen Loterijen geven jaarlijks circa € 500 miljoen aan goede doelen. Zij steunen het Oranjefonds, het Prins Bernhard Cultuurfonds, Plan Nederland, Cordaid, Humanitas, het Kansfonds, Van Harte Resto’s, en het Rijksmuseum om enkele bekende doelen te noemen. De Nederlandse Goede Doelen Loterijen zijn goed voor 11% van het totaal van de € 4.3 miljard dat Nederland jaarlijks geeft. De Goede Doel Loterijen zijn van oudsher opgezet ter financiering van algemeen nuttige doelen. Volgens bepaalde bronnen zijn loterijen zelfs een Nederlandse uitvinding en maken zij deel uit van Nederlands cultureel erfgoed.[1] De Nederlandse overheid heeft de goede doelen loterijen beleidsmatig onder één noemer gebracht onder de titel “Kansspelen”: waartoe gokken, casino’s, sportweddenschappen, speelautomaten, bingo’s en online-gokken worden gerekend. Voor toezicht op dit brede terrein is door de overheid de Kansspelautoriteit (KSA) in het leven geroepen. Veel Nederlandse goede doelen rekenen op inkomsten uit de goede doelen loterijen. Door bezuinigingen en druk op subsidies zijn goede doelen afhankelijker geworden van particulier initiatief. Maar wat gaat er gebeuren als Spaanse of Griekse aanbieders op de markt komen? Wie reguleert de verdeling over de goede doelen? Er zal een grote onrust en onzekerheid ontstaan. Terwijl het Kabinet heeft verzekerd dat bij het vrijgeven van de Kansspelmarkt voorzichtigheid zal worden betracht. Nederlandse Goede Doelen en Goede Doelen Loterijen blootstellen aan internationale concurrentie is het kind met het badwater weggooien. Waar zit het probleem? 1. Casino’s en wedkantoren zijn iets anders dan loterijen die loten verkopen voor een goed doel. De laatste zijn in Nederland altijd verbonden geweest met goede doelen. Op dit moment ligt er zelfs een aanvraag om de Goede Doelen Loterijen bij de UNESCO voor te dragen als Nederlands cultureel erfgoed. 2. Het bewustzijn van het verschil tussen casino’s en loterijen zit niet in de beleidsvisie van KOA. Zo heeft de Nederlandse toezichthouder, de Kansspel Autoriteit, KSA, tot taak het tegengaan van gokverslaving, witwassen en zet ze zich in voor consumentenbescherming. De woorden ‘goede doelen’ zijn op de website van de KSA niet te vinden. Hoe kan dit? 3. De Kansspelen vallen onder het Ministerie van Justitie en Veiligheid: en wel onder de Directie Sanctie en Preventiebeleid. De ambtenaren van V&J doen ongetwijfeld hun uiterste best, maar waar blijven de vakdepartementen (VWS, OC&W, EZ, BUZA, BIZA) die zich met cultuur, sport, integratie, erfgoed, participatie, cohesie en ontwikkelingssamenwerking bezig houden? De terreinen waar goede doelen en de Goede Doelen Loterijen steeds vaker als medefinancier en partner opereren? Een gedeelde beleidsvisie op goede doelen is noodzakelijk maar ontbreekt geheel. Goede Doelen zijn van Nederland; de Goede Doelen Loterijen ook. Het gaat hier om een fundamentelere vraag: hoe gaan maatschappelijk initiatief en overheid met elkaar om? Mag en moet de overheid de loterijen en goede doelen geen marktbescherming bieden? En wie gaat dan bepalen waar de opbrengsten van die loterijen naar toe gaan? Wat is de verantwoordelijkheid van particulier initiatief en waar trekt de overheid een grens? Vooralsnog zijn de voorstellen t.a.v loterijen slecht onderbouwd en zijn er teveel onduidelijkheden en onzekerheden. De consequenties van zo’n ingrijpende stelselwijzigingen verdienen het eerst veel beter onderzocht te worden.
[1] Mr. G. Fokker (1862) Geschiedenis Der Loterijen In De Nederlanden: Eene bijdrage tot de kennis van de zeden en gewoonten der Nederlanders in de XVe, XVIe, en XVIIe eeuwen (Amsterdam: Frederik Muller. Ook het schilderij “De trekking van de loterij van 1592 ten behoeve van het Dolhuis” van de schilder Coignet, dat te zien is in het Amsterdam Museum, maakt de historische koppeling tussen loterijen en goede doelen zichtbaar.
|